Versie: 28 februari 2025
De aarde bestaat veel langer dan de mensheid. Deze bewoont de aarde nog maar ongeveer 2,5 miljoen jaar en de komst van de mens valt op jaarbasis te vergelijken met 31 december om 11 uur. Dus in verhouding met andere levensvormen op aarde is dat nog maar heel kort.
Wengrow en Graber[1] stellen in hun prachtige boek dat samenlevingen in de evolutie verschillende richtingen kunnen inslaan. Dat is kenmerkend voor de mens. Bij andere primaten is dat nooit waargenomen. Er zijn vele samenlevingsarrangementen mogelijk. De maatschappelijke organisatie was vaak flexibel door hun gebondenheid aan seizoenen.
Mensen zijn in staat tot gecoördineerde activiteiten op grote schaal. Hiervoor zijn verschillende verklaringen mogelijk. Volgens Bregman [2] e.a. toont wetenschappelijk onderzoek aan dat de mensen evolutionair en genetisch bijna gelijk zijn aan chimpansees en bonobo’s. De ontwikkeling van de mens en zijn vermogen om zich aan te passen en te overleven, schijnt o.a. te maken te hebben met zijn empathisch vermogen en zijn sociaal leergedrag. Zo kan de mens heel goed de “emoties” van anderen lezen en zijn gedrag hierop afstemmen. Deze eigenschap speelt een belangrijke rol bij de natuurlijke selectie. We zijn gebouwd om verbinding te leggen met de mensen om ons heen.
Het narratief wordt gezien als een belangrijk middel om tot verbinding en coördinatie te komen, zoals o.a. Harari[3] laat zien. De mens als verhalend wezen is, volgens diverse auteurs, een evolutionair gegeven (o.a. Bohlmeijer [4] Mak[5], Harari[6]). O.a. Harari stelt dat de evolutie van de mens niet los te zien valt van het vermogen tot het bedenken en vertellen van verhalen. Hij geeft het narratief een centrale rol bij de beschrijving van de geschiedenis van de mensheid. Bij een begrip als culturele identiteit gaat het om verhalen die een groep samenbinden en op deze wijze de cultuur dragen.
In de christelijke traditie is er sprake van een lineaire kijk op de geschiedenis[7]. De mens ziet zichzelf graag als de kroon op Gods schepping. Het goddelijk plan voor het beloofde land wordt in de loop van de geschiedenis ontvouwd. De Messias komt aan het eind der tijden. Men noemt dit eschatologisch. Ook in utopieën komt dit naar voren. In de Grote Verhalen heeft de geschiedenis een teleologisch einddoel. Het is één groot ontwikkelingsproces van verwerkelijking van culturen, waar personen deel van uitmaken en de identiteit van de volksaard naar voren komt. Marx en Engels gingen uit van een dialectisch proces van economische verhoudingen dat uiteindelijk ook uitmondt in een groot doel. Dus ook het communisme was messianistisch, eschatologisch van aard.
Lyotard was een vertegenwoordiger van het postmodernisme. De twee wereldoorlogen hebben, volgens hem, definitief een einde gemaakt aan het geloof in rationaliteit en vooruitgang. Het tijdperk van de grote verhalen was voorbij. Er zijn vele waarheden, vele kennisvormen, vele waardesystemen. Kortom de verschillen zijn maatgevend en er bestaat geen neutrale norm om zoiets als vooruitgang te duiden. Er is sprake van een voortdurende strijd tussen verschillende perspectieven.
Na de val van de muur ontstond er toch weer een nieuw Groot Verhaal. De liberaal-democratie werd als de ultieme vorm van een menselijke samenleving gezien, want de wetten van de economie laten zien” there is no alternative”. Het was het einde van de Koude Oorlog en het eindpunt van de ideologische evolutie van de mensheid en de universalisering van de westerse liberale democratie als hoogste vorm van menselijke beschaving (Fykuyama).
O.a Harari onderscheidt in de evolutie drie ontwikkelstadia, waaraan De Mul[8] nog een vierde ontwikkeling toevoegt. Harari onderscheidt de volgende stadia a) de cognitieve revolutie b) de agrarische revolutie en c) de wetenschappelijke revolutie. De Mul voegt hieraan toe d) de kunstmatige evolutie.
Graber David & Wengrow David rekenen af met deze westerse mythen (narratieven) of ze nu uit de christelijke, communistische of liberale hoek komen. De westerse beschaving werd lang gezien als evolutionair, optimistisch en superieur. Dergelijke hiërarchische ontwikkelingsstadia (evolutieladder), van jagers-verzamelaars via landbouw naar industriële revolutie, wordt echter helemaal niet door onderzoek en wetenschap ondersteund. Het evolutionisme, zoals de genoemde revoluties, is een abstractie die nooit heeft bestaan. Zo duurde de agrarische revolutie in werkelijkheid duizenden jaren. In feite is er steeds sprake van een grote variatie in samenlevingsvormen. Europa en het westen hebben zich ook niet autonoom ontwikkeld, maar hebben hun bestuurlijke inrichting gebaseerd op Chinese modellen. De Verlichtingsdenkers en hun ideeën over individuele vrijheid en gelijkheid, maar ook de “trias politica” d.w.z. de wetgevende, uitvoerende en juridische macht zijn geïnspireerd door inheemse samenlevingen uit Amerika. Europese denkers, zoals Montesquieu en Rousseau waren hier mee bekend.
De westerse dominante zienswijze klopt dus van geen kant. Narratieven geven samenlevingen betekenis, maar daarmee zijn ze nog niet wetenschappelijk waar. Alles wat niet paste in de dominante evolutionaire zienswijze werd echter ter zijde geschoven. Deze narratieven zijn, ondanks hun grote impact, voor een groot deel fictie.
Jos de Mul wijst erop dat het verhaal de afgelopen tijd veel belangstelling heeft gekregen in o.a. de mens- en cultuurwetenschappen. Verhalen spelen een belangrijke rol in het leven van de mens en in zijn culturele scheppingen. Alleen al de vraag wat er gebeurt als de samenleving geen bindend verhaal meer heeft, vraagt nader onderzoek naar de narratieve implicaties.
Ook is het van belang wat de invloed van de zgn. “imaginaire realiteiten” d.w.z. de narratieven op mondiaal niveau betekenen.
[1] Graber David & Wengrow David. Het begin van alles. Een nieuwe geschiedenis van de mensheid. 2022
[2] Bregman Rutger- De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens. De Correspondent 2019
[3] Harari Yuval Noah- Sapiens. Een kleine geschiedenis van de mensheid. 2014 (eerste druk) 2020 39ste druk
[4] Bohlmeijer E.T.- Eudaimonia. Pleidooi voor een heroriëntatie van de geestelijke gezondheidszorg. Oratie 12 januari 2012 van Universiteit van Twente
[5] Mak Geert – Enkele gedachten van een laag insect. Over non-fictie in de literatuur. Lezing, mei 1998
[6] Harari Yuval Noah- Sapiens. Een kleine geschiedenis van de mensheid. 2014 (eerste druk) 2020 39ste druk
[7] Tuuk van der Edward- De zin van betekenis. Verhalen, betekenis en identiteit. Seniorenacademie 2016 ev.
[8] Mul de Jos, Het verhalende zelf. Over persoonlijke en narratieve identiteit. In: M. Verkerk(red), Filosofie, ethiek en praktijk. Liber amicorum voor Koo van der Wal, Filosofische Studiën, 2000