Identiteit-algemeen

Versie: 29 november 2024

Heinich[1] probeert het begrip identiteit nauwkeuriger te omschrijven. Volgend de ene opvatting wordt het omschreven als iets essentialistisch, als een vaststaand feit of gegeven. Volgens een tegenovergestelde visie wordt het afgedaan als een illusie, als iets waarin we alleen maar geloven dat het bestaat omdat we er een bepaalde betekenis aan geven. Ze is van mening dat we identiteiten als etniciteit, geslacht, religie, seksualiteit, beroep of vrijetijdsbesteding moeten begrijpen als historische of sociale constructies binnen een culturele context. Maxim Februari[2] stelt ook dat de mens niet gereduceerd moet worden tot één narratief. De innerlijke rijkdom van de mens is veel te groot om deterministisch (als kind krijg je een code voor je leven), wetenschappelijk, modelmatig of eendimensionaal te werk te gaan. Je kleedt dan de werkelijkheid uit. Met name de overheid maakt zich hier geregeld schuldig aan door een generieke benadering.

Rutger Bregman[3] noemt als voorbeeld van een eendimensionale benadering de zgn. “vernistheorie”. Deze gaat ervan uit dat de mens in feite een “beest” is met een dun laagje beschaving. Hier is veel handelen en beleid op gebaseerd. Narratieven sluiten zich hierbij aan of geven selectieve voorbeelden als bewijs. Als voorbeeld noemt Bregman de bestseller “Lord of the flies”. Ook realityshows zijn vaak op de “vernistheorie” gebaseerd. Mensen doen zich beter voor dan ze zijn en dat is maar schijn. Dat de werkelijkheid vaak anders in elkaar zit, doet er niet toe. Het gaat erin als koek, want de verhaallijn is duidelijk.

Hitler, Churchill, Roosevelt en Lindemann gingen in WO2 uit van het mensbeeld dat de menselijk beschaving maar een dun laagje vernis is, maar het tegendeel bleek het geval. Naarmate er meer werd gebombardeerd kwam meer de samenwerking en het goede in de mensen boven. Zelfs in de Vietnamoorlog gingen de VS van de vernistheorie uit

Er bestaat geen sluitend narratief over de zin van het leven, aldus Februari. Dergelijke zaken maken mensen ondergeschikt. Mensen moeten zelf naar betekenis zoeken in het grotere geheel waarin mensen leven (= niet religieus) en zich essentiële dingen afvragen. Dat houdt meer in dan intellectueel bezig zijn, want zo sterk is ons intellect niet in ons dagelijks leven. Er zijn vele andere krachten die ons doen en laten bepalen. Leed valt niet te vermijden. Hier valt weinig aan te doen. Er zit niets anders op dan het onvermogen van de mens met een zekere tederheid te aanschouwen. Dat hoort bij het totale leven.

Identiteit komt tot uiting in concrete zaken als objecten, symbolen, menselijke gedragingen of emoties, administratieve regelingen en taalgebruik. Identiteit is misschien een illusie, maar heeft wel veel invloed op het individu of de groep. Zo moeten we ook het begrip nationale identiteit niet onderschatten.

Het begrip identiteit wordt vaak beperkt tot zelfperceptie als het oorspronkelijke of het maatgevende. Heinich[4] definieert het begrip ruimer en komt tot een drieledig model. Identiteit bestaat uit hoe jij jezelf ziet, hoe anderen je zien en jouw presentatie naar de buitenwereld toe. Deze drie onderdelen zijn in voortdurende interactie met elkaar. De presentatie is misschien wel het belangrijkste onderdeel van onze identiteit, omdat het de brug vormt tussen zelfperceptie en de toeschrijving door anderen. Hier is nog een vierde element aan toe te voegen nl. de narratieve leefwereld als een dicht weefsel van verhalen. Heinich legt de basis voor ons cyclisch interactiemodel.

Er ontstaat, volgens haar, een identiteitscrisis als je jezelf anders ziet dan anderen jou zien. Dus het verschil tussen zelfperceptie en de toeschrijving door anderen. Om dit op te lossen moet je je presentatie veranderen of anderen moeten je anders gaan zien. De ander maakt deel uit van je leefwereld. Het is erg bepalend welke verhalen dominant zijn in je sociale leefwereld.

[1] Heinich Nathalie. Wat onze identiteit niet is, 2019. Bespreking Tessa van Rijssel- in I Filosofie#52, 2020

[2] Februari Maxim-Intellect is allerminst zaligmakend. Interview Volkskrant met Fokke Obbema op 12 juli 2020

[3] Bregman Rutger- De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens. De Correspondent 2019

[4] Heinich Nathalie – Interview met Peter Giesen. Volkskrant 7 dec. 2019; Interview met Sterre Houte de Lange. Sociale Vraagstukken 3 januari 2020Paul Verhaege: boekenblog 11 over Heinich- Wat onze identiteit niet is. 14 maart 2020; Nacht van de sociologie. Interview – Jan Willem Duyvendak