Versie: 04 februari 2025
De (sociale) wereld maakt gebruik van een enorm verhalenrepertoire om mensen iets te vertellen. Ze schrijft meer of minder expliciet voor hoe we de wereld moeten verstaan en wat er van ons wordt verwacht. De vertellers van publieke verhalen zijn gericht op de luisteraars die de boodschap moeten of willen horen. Het verhalenrepertoire legt een verbinding tussen wat wordt verteld vanuit de leefwereld en de ontvanger. Het verhaal is echter altijd een reflectie, interpretatie van de huidige realiteit, van het verleden en de toekomst. Een interpretatie is nooit vrijblijvend, maar altijd gebaseerd op een bepaald perspectief, aannames en veronderstellingen. Het verhaal is altijd een geconstrueerde werkelijkheid en niet de realiteit zelf.
De publieke narratieven zijn dynamisch en voortdurend in beweging. De diverse krachten vanuit de samenleving zorgen voor herinterpretatie en verandering van perspectief. Deze dynamiek hangt af van de samenleving en politiek-maatschappelijke organisatie. Tussen samenleving en verhalenrepertoire bestaat een onlosmakelijk verband.
De inhoud van een verhaal wordt toegevoegd aan het “weefsel” van verhalen binnen de leefwereld om met Philipp Blom[1] te spreken. Het verhalenrepertoire van een samenleving maakt gebruik van de narratieve verbeelding van de mensen. Hierbij is het van belang om te bekijken op welke wijze gebruik gemaakt wordt van informatiedragers, zoals (sociale) media. Deze informatiedragers zijn concreet de “voertuigen” die zorgen voor beïnvloedingsprocessen. We kunnen dus een onderscheid maken tussen de narratieve verbeelding waar we te maken hebben met niet toetsbare fictie, terwijl de informatiedragers over het algemeen concreet zijn.
Appiah[2] wijst erop dat een samenleving blijkbaar een fictieve identiteit nodig heeft om voor binding en sociale cohesie in een groep te zorgen. Het gaat om het creëren van een gezamenlijk verhaal. Zo geven bestuurlijke richtlijnen betekenis aan het begrip burgerschap. Er wordt gezocht naar een gemeenschappelijk kader, naar een (minimum aan) normen en waarden, zoals de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van religie, persvrijheid en het basaal respect voor andere partijen. De vraag is steeds of deze waarden en normen voldoende draagvlak hebben om gedeeld te worden door mensen met verschillende achtergronden.
Bij waarden hoeft het niet altijd te gaan om westerse waarden, want het scheppen van een fictieve identiteit speelt in elke samenleving, zowel nu als in het verleden.
Om de doelen vanuit de publieke ruimte te kunnen bepalen moeten we dus kijken naar de inhoudelijke narratieve thema’s. Naast het overbrengen van waarden gaat het ook om het overbrengen van kennis en informatie, terwijl er ook handelingsrichtlijnen worden gegeven om concreet gedrag te bewerkstelligen. De analyse van de verhalen moeten duidelijk maken hoe dit vorm en inhoud wordt gegeven.
Het verhalenrepertoire is gericht op de narratieve competentie van de mens, want zo kan het verhaal worden ontvangen. De narratieve cyclus wordt gesloten en kan zal opnieuw beginnen.
Theo Meder [3] onderscheidt vijf functies (met name bij mondelinge verhalen):
1) Bonding: het verhaal als samenbindende factor. Versterking van de sociale groep en het saamhorigheidsgevoel. Vertellen is een groepsproces. Vergroting van de onderlinge solidariteit en opofferingsgezindheid. Moppen tappen is bijvoorbeeld: “een kleine samenzwering onder gelijkgestemden”.
2) Lering: een verhaal is een voertuig van kennis. Kennis van de wereld en van de mensen. Het kan gaan over gevaren en risicomijding. Vergroot de “streetwiseheid”. Het zorgt voor een adequatere aanpassing aan situaties die misschien zouden kunnen voorkomen.
3) Ethiek: het verhaal als moreel kompas. Het geeft de morele en religieuze waarden van een groep of samenleving weer. De verhalen bevestigen de consensus over bepaalde waarden.
4) Vermaak: het verhaal als escape. Het is een tijdelijke ontsnapping uit de werkelijkheid. Het is een mentale overlevingsstrategie.
5) Catharsis: het verhaal als ontlading. Een emotionele uitlaatklep. Het is een mentale survival. (Na een ramp komen al snel de eerste moppen).
[1] Blom Philipp. Wat op het spel staat. 2017
[2] Appiah Anthony-Bijt je niet in vast in identiteit. Interview met Peter Giessen. VK 19 okt. 2019
[3] Meder Theo, De staart van de pauw. Onderzoek naar variatie en continuïteit in betekenis, vorm en functie van het volksverhalen. Oratie 13 september 2016